“Heb ik voor niets mijn Beveiligingsdiploma gehaald?”

(dossier 2015.274 publicatie rapport 1 december 2015)
De heer V. ontvangt na een faillissement van zijn bedrijf een bijstandsuitkering van de gemeente Rotterdam. Hij is 53 jaar. Zijn consulent van de gemeente wijst hem op een opleiding tot beveiliger met baangarantie door bedrijf Z. De gemeente Rotterdam heeft een samenwerkingsovereenkomst met dit bedrijf en betaalt de opleidingskosten. De heer V. wil graag aan het werk en tekent in 2013 een scholingsovereenkomst met baangarantie bij bedrijf Z. Gemotiveerd grijpt hij deze kans met beide handen aan.

Als de heer V. na het doorlopen van de opleiding en na een succesvolle, betaalde stage geen baan krijgt dient hij een klacht in bij de gemeente. De gemeente stuurt de klacht door naar bedrijf Z. Bedrijf Z. verklaart de klachten ongegrond. De heer V. zou tijdens het traject rugklachten hebben gerapporteerd, waardoor de baangarantie kwam te vervallen.

De heer V. is boos en bezoekt het spreekuur van de ombudsman. Hij is boos om drie dingen.
1) Hij heeft nog steeds geen baan gekregen in de beveiliging, ondanks de baangarantie.
2) De gemeente stuurt zijn klacht door naar bedrijf Z. en behandelt de klacht niet zelf.
3) Zijn rugklachten waren van korte duur en waren geen belemmering voor beveiligingswerk waarbij hij staan, lopen en zitten kan afwisselen.

De ombudsman neemt de 3 klachten in behandeling. Na onderzoek oordeelt hij dat de baangarantie inderdaad niet is nagekomen. De gemeente was medeverantwoordelijk voor de baangarantie en heeft daardoor niet betrouwbaar en dus onbehoorlijk gehandeld.

Het doorsturen van de klacht naar bedrijf Z. is gedeeltelijk terecht. De gemeente eist van bedrijven die een rol spelen bij het aan het werk helpen van uitkeringsgerechtigden dat zij een eigen klachtenprocedure hebben. De gemeente had echter bij het doorsturen moeten vermelden dat de heer V. daarna alsnog bij de gemeente zou kunnen aankloppen, als zijn klacht niet naar tevredenheid was afgehandeld. Dat is niet gebeurd, waardoor de heer V. het gevoel kreeg dat de gemeente haar verantwoordelijkheid wilde afschuiven.

De gemeente heeft niet gezegd dat rugproblemen de baangarantie lieten vervallen. Dat werd gezegd door het opleidingsbedrijf. Dat deel van de klacht was niet terecht, de ombudsman oordeelt immers alleen over het gedrag van de gemeente Rotterdam.

De gemeente is wat betreft de baangarantie onvoldoende opgekomen voor de belangen van de heer V. De ombudsman doet hierover een aanbeveling aan de gemeente Rotterdam, om te voorkomen dat het in de toekomst opnieuw fout zou kunnen gaan bij andere uitkeringsgerechtigden. De aanbeveling luidt:

“Bewaak de belangen van de betrokken uitkeringsgerechtigden bij het toezicht houden op het nakomen van samenwerkingsovereenkomsten. Het gaat om overeenkomsten tussen de gemeente Rotterdam en werkgevers en/of opleiders, waarin afspraken worden gemaakt over (garantie)banen.”

Hoewel de definitieve reactie op de aanbeveling nog moet komen heeft de gemeente in een eerder stadium al positief gereageerd. De ombudsman vindt dat veelbelovend. Nu nog een baan voor de heer V…..

Voor het volledige rapport klik hier